Het kabinet heeft het voornemen om de BPM-teruggaveregeling voor taxivoertuigen af te schaffen. Deze maatregel werd zonder verdere toelichting in het regeerakkoord gepresenteerd als milieumaatregel die de schatkist jaarlijks € 37 miljoen moet gaan opleveren. Omdat een toelichting ontbrak heeft onderzoeksbureau Ecorys op verzoek van Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) daarom een analyse gemaakt van de te verwachten consequenties voor het taxi- en zorgvervoer. Dit leverde twee pijnlijke conclusies op: er treedt een averechts milieueffect op en het zorgvervoer (WMO-, Wlz-, Valys- en leerlingenvervoer) wordt financieel geraakt.
Ecorys berekende dat alleen al voor de KNV-leden het afschaffen van de BPM-teruggaveregeling €58,7 miljoen extra kost. Dat lijkt goed nieuws voor de overheid, maar het overgrote deel van de kosten komt terecht bij publiek gefinancierd zorgvervoer, in Nederland goed voor twee van de drie taxiritten. Ecorys laat zien dat de kostprijs van rolstoelvervoer en in andere taxibussen met 13,9 procent stijgt. Dit betekent dat de publieke sector vele tientallen miljoenen euro per jaar meer kwijt is.
Minimaal effect op milieu
Hoewel gepresenteerd als milieumaatregel, zal het milieueffect van de fiscale maatregel zeer beperkt zijn. De ongeveer 18.300 taxi-personenbussen (incl. 8.000 rolstoelbussen) maken namelijk minder dan 2,2% uit van de in de totaal 820.000 voertuigen tot 3.500 kg. De kleinere (gewone) taxivoertuigen (circa 9.000) vormen op hun beurt een nog veel kleiner deel van het totale personenautobestand van 8,2 miljoen. Daar komt nog eens bij dat het aantal taxi’s dat op alternatieve brandstoffen rijdt met 10% nu al hoog is (vervoerders en opdrachtgevers namen zelf al eerder initiatieven om milieuvriendelijker te worden) en er inmiddels allerlei initiatieven ontplooid worden als ‘the coalition of the willing’ voor Zero Emission doelgroepenvervoer en het convenant met de Amsterdamse taxibranche dat bepaalt dat de hoofdstedelijke consumententaximarkt in 2025 uitstootvrij zal zijn.
Zelfs een averechts milieueffect
Afschaffing van de BPM-vrijstelling in 2020 zal tot gevolg hebben dat er een piek in de aanschaf van nieuwe voertuigen in 2019 zal ontstaan gevolgd door een sterk verminderde vervanging in de jaren erna, juist in de periode dat de definitieve doorbraak van elektrische auto’s wordt verwacht. Gevolg is dat de verdere introductie van schonere voertuigen in de branche een aantal jaren tot stilstand komt. Ook zal er op korte termijn weer meer diesel gereden worden, omdat op personenbussen met diesel een lager BPM-bedrag rust dan op bussen met een gasinstallatie.
Maatschappelijke gevolgen
De kans is aanzienlijk dat een kostenstijging van het zorgvervoer met bijna 14%, leidt tot het een verdere verschraling van de voorzieningen voor mensen die op deze vervoersvorm zijn aangewezen. Hubert Andela, directeur en secretaris Taxi- en Zorgvervoer bij KNV daarover: ‘We preken niet voor eigen parochie. Cliëntorganisaties, koepels van verenigingen van mensen met een beperking en ouderenorganisaties onderschrijven onze verwachting. Ze steunen het pleidooi om de afschaffing van de BPM-vrijstelling voor taxivoertuigen te herzien, vanwege de te verwachten negatieve effecten op het vervoer van mensen met een beperking.’
‘Naast een negatieve invloed op het Zorgvervoer, zet de voorgenomen afschaffing ook druk op de rol die het kabinet ziet voor collectief vervoer als alternatief voor de eigen auto. Zo stelt het kabinet dat wet- en regelgeving aangepast worden zodat openbaar vervoer- en taxibedrijven flexibel en vraaggericht vervoer (‘mobility as a service’) kunnen aanbieden. Hierbij past het niet om collectief vervoer in de taxi tussentijds met 2 of 5% relatief duurder te maken. Andela hierover: ‘je haalt mensen niet uit de auto door het alternatief duurder te maken.’