Staatssecretaris Snel van Financiën beantwoordde onlangs vragen van Tweede Kamerleden Lodders en Hermans over het opleggen van de BPM (Belasting van Personenauto’s en Motorrijtuigen) op voertuigen die gebruikt worden in het zorgvervoer. De antwoorden suggereren dat Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) de maatregel acceptabel vindt, omdat er voor het zorgvervoer voldoende zeer zuinige en emissievrije voertuigen zónder BPM beschikbaar zouden zijn. “Het aanbod van elektrische auto’s is immers goed en neemt toe”, aldus de staatssecretaris. KNV Zorgvervoer en Taxi moet op basis van een rapport van CE Delft wel afstand nemen van deze stellingname van de staatsecretaris.
Ingenieursbureau CE Delft onderzocht op verzoek van de sociale partners in het zorgvervoer (KNV, FNV en CNV, verenigd in het Sociaal Fonds Taxi) de ontwikkelingen in het aanbod van emissieloze personenbussen en de te verwachten effecten van de belasting met BPM. Op 23 juli jl. verscheen hun rapport met de titel ‘Afschaffen BPM-teruggaaf voor taxi- en zorgvervoer. Inschatting van kosten en effecten’ op. De conclusies van het rapport werden ruim vóór de beantwoording van de Kamervragen met het ministerie van Financiën gedeeld.
Aanbod momenteel nog zeer beperkt, op korte termijn niet voldoende aanbod
Uit de inventarisatie van de markt voor personenbussen concludeert CE Delft dat het aanbod van elektrische personen- en rolstoelbussen op de Europese markt nog zeer beperkt is. De aangeboden emissievrije busjes zijn nog geen volwaardige vervangers van de dieselvoertuigen, vanwege de zeer bepekte actieradius (in de praktijk maximaal 100 km) en de hoge initiële investeringskosten. Daar komt bij dat de beschikbare elektrische voertuigen slechts plek hebben voor maximaal twee rolstoelen. Ook constateert CE Delft dat de laadinfrastructuur nog tekortschiet en dat deze op korte termijn ook niet in voldoende mate beschikbaar zal komen, door onder andere de lange levertijden van laadvoorzieningen. Daarnaast is het in huidige situatie onzeker of chauffeurs de voertuigen kunnen opladen op geschikte plekken en geschikte momenten.
Door de bovengenoemde zaken komt het zorgvervoer verder onder druk en dreigt deze belangrijke schakel in het leven van groepen mensen onbetaalbaar te worden.
Het onderzoeksrapport van CE Delft is voor de zorgvervoersector aanleiding tot een herhaald, nadrukkelijk pleidooi – of beter: een noodkreet –, voor uitstel van de BPM-oplegging voor zorgvervoerbussen. De zorgvervoersector is groot voorstander van emissieloos zorgvervoer, maar pleit voor een realistische weg ernaar toe. Pas op het moment dat dat het aanbod van elektrische (rolstoel-)bussen en de exploitatie- en aanschafkosten ervan op een realistisch en aanvaardbaar niveau liggen, kan het alternatief waarvan nu nog veel gebruik gemaakt moet worden belast worden met BPM.