Binnenkort staat in de Tweede Kamer de plenaire behandeling van het Wetsvoorstel Publiekrechtelijke omvorming van ProRail (35396) gepland. De gezamenlijke sectorpartijen (waaronder de leden van OV-NL) informeerden de vaste Kamercommissie I&W met deze brief over de redenen dat zij tegen dit wetsvoorstel zijn.
In de afgelopen jaren heeft de sector diverse malen zorgen geuit over dit wetsvoorstel. Kern is dat de sector het een oplossing vindt voor een niet-bestaand probleem. Dit wordt ondersteund door de Raad van State die in zijn advies schrijft dat het voorliggende wetsvoorstel geen knelpunten oplost, dat een analyse van de eventuele knelpunten binnen de huidige constellatie ontbreekt en dat ook niet helder is in welke mate dit voorstel daarvoor dus een oplossing is. Daarbij merkt de Raad van State op dat het wetsvoorstel risico’s met zich meebrengt die gevolgen kunnen hebben ‘voor het draagvlak voor het beleid voor de spoorsector, de onderlinge verhoudingen, de noodzakelijke nauwe samenwerking’, die ‘uiteindelijk afbreuk kunnen doen aan de prestaties van de spoorsector.’ Dit is ook precies de zorg van de sector.
Bovendien zijn de prestaties van ProRail in de afgelopen jaren verbeterd, mede dankzij de nauwe samenwerking met de sector en het ministerie van IenW. Het wetsvoorstel is dus niet nodig. De sector vreest dat dit wetsvoorstel de huidige – in wetgeving vastgelegde – verbeterde samenwerking nodeloos onder druk zet.
Met de voorgestelde omvorming van ProRail veranderen de verhoudingen en rollen in de sector. Het is een reëel risico dat de sector in zichzelf keert om uit te vinden wat dit allemaal betekent. Volgens de sector kan die energie beter worden gestoken in het realiseren van maatschappelijke opbrengsten.
Daar komt bij dat de voorgestelde omvorming van ProRail veel ambtelijke capaciteit en geld kost die niet besteed kunnen worden aan inhoudelijke verbeteringen op en om het spoor. Hoewel het financiële kader niet heel ruim is – en gezien de recente geopolitieke ontwikkelingen ook niet zo maar zal verbeteren –, heeft het kabinet grote ambities op het spoor. Bijvoorbeeld als het gaat om het inlopen van achterstallig beheer en onderhoud, het ontsluiten van woongebieden, het stimuleren van internationale verbindingen en het realiseren van de klimaatdoelstelling via het spoor. Daarnaast staat de sector vanwege de coronapandemie behoorlijk onder druk en is het een flinke uitdaging om de reiziger weer terug in de trein te krijgen. Wat de sector betreft kan het kabinet zich – samen met de sector – beter richten op het realiseren van deze beleidsdoelstelling dan de kostbare en risicovolle omvorming van ProRail naar een ZBO.
Vanaf het begin van dit traject (2015) had de sector grote zorgen over het voorliggende wetsvoorstel. Helaas zijn die zorgen tijdens het lopende proces niet weggenomen. Het wetsvoorstel schaadt in de ogen van de sector uiteindelijk de dienstverlening aan reizigers en eindgebruikers en dat moet voorkomen worden. De sector roept de Tweede Kamer dan ook op tegen dit wetsvoorstel te stemmen. De extra energie, middelen en ambtelijke capaciteit die deze operatie kost kunnen beter worden ingezet voor het realiseren van mooie beleidsdoelen op het spoor en het vergroten van de maatschappelijke impact van de sector.
De gezamenlijke sectorpartijen doen daarom het aanbod om met het ministerie en ProRail een open gesprek te voeren over hoe – als alternatief voor dit wetsvoorstel – het bestaande instrumentarium kan worden ingezet om de prestaties op het spoor verder te verbeteren.