Het klimaatakkoord is ambitieus maar haalbaar, wanneer bij het uitvoeren realistische tijdpaden en praktische haalbaarheid centraal blijven staan. Door de mobiliteitsopgave centraal te stellen kan elke sector daadwerkelijk een bijdrage leveren aan bereikbaarheid én aan de klimaatdoelstellingen van Parijs. Dat stelden zowel Annemieke Nijhof (voorzitter klimaattafel Mobiliteit) als Bertho Eckhardt (voorzitter KNV) op de nieuwjaarsreceptie van Koninklijk Nederlands Vervoer. Een mobiliteitsfonds maakt het gemakkelijker om de juiste oplossing te kiezen. Soms is dat lightrail, soms een bus, soms een taxi. Mobility as a service (Maas), zoals het bedoeld is dus. En geen Modaliteit als een struikelblok (MaeS)
Tijdens de nieuwjaarsreceptie van Koninklijk Nederlands Vervoer stelde Annemieke Nijhof voorzitter van de sectortafel ‘Mobiliteit’ bij het Klimaatakkoord dat de KNV sectoren goud in handen hebben. De wereld verandert sneller dan we ons kunnen voorstellen, ook de vervoerswereld. De verandering van bezit naar gebruik en van fossiel naar zero emissie past prima bij de sectoren die KNV vertegenwoordigt. Het is volgens Nijhof alleen wel zaak om de buitenwereld duidelijk te maken dat je goed werk doet. Want als haar één ding duidelijk is geworden de afgelopen maanden, dan is het wel dat het OV, taxi-, tour- en spoorgoederenvervoer op de achtergrond onmetelijk veel werk verrichten voor een duurzaam- en bereikbaar Nederland.
Ook Bertho Eckhardt, voorzitter van KNV vindt dat Zero Emissie mobiliteit en het combineren van vervoersstromen noodzakelijk zijn. Met een modal shift van de fossiele auto en -vrachtauto naar andere vormen van mobiliteit komt het behalen van de Parijsdoelstellingen dichterbij. KNV juicht het daarom toe dat er aan de klimaattafel echt anders nagedacht is over mobiliteit. Maar Eckhardt waarschuwt dat de overheid de realiteit niet uit het oog moet verliezen. “Nu al zien we dat er bij overheidsaanbestedingen onrealistische eisen worden gesteld, bijvoorbeeld door te vragen naar elektrische taxibussen die nog niet eens in productie zijn”. Ook kan de productie van elektrische personenauto’s de wereldwijd explosief groeiende vraag nog niet bijbenen. De mogelijkheden voor transport en opwekking van duurzame stroom en de capaciteit van batterijen nemen weliswaar toe, maar het matchen van vraag en aanbod hebben we momenteel vooral theoretisch in de vingers. In de praktijk zijn we nog niet zo ver en het zal hoe dan ook een grote opgave worden. De vereniging ziet daarom graag dat beleidsmakers met beide benen op de grond blijven en pleit voor haalbare tijdpaden bij de ambitieuze doelstellingen.