De omzet in de duurzame touringcarsector blijft stijgen
Panteia verricht jaarlijks, in opdracht van Busvervoer Nederland, een onderzoek naar de omvang en samenstelling van het touringcarvervoer in Nederland. De bevindingen staan beschreven in de nieuwe brochure “Kerncijfers 2018 van het Nederlandse touringcarvervoer”.
Het meest opvallende cijfer is die van de omzet. Die steeg in 2018 van 583,5 euro naar 589,9 miljoen euro, waar dit in 2016 nog 534,5 miljoen euro bedroeg voor de sector. De omzetgroei deed zich voor bij alle soorten touringcarvervoer: van meerdaagse reizen en dagtochten tot pendelvervoer en internationale lijndiensten. De dagtochten, voor bijvoorbeeld verenigingen en scholen, leveren jaarlijks de meeste omzet op.
Het aantal touringcars nam jarenlang af en liet in 2017 weer een stijging zien. In 2018 daalde het aantal touringcars echter licht ten opzichte van 2017 (-3,0%). Het aantal touringcarondernemingen bleef in 2018 gelijk.
In 2018 werden de touringcars nog beter benut. Zo steeg het aantal inzetdagen per touringcar van 221 naar 227 dagen per jaar en het aantal afgelegde kilometers groeide van 63.761 naar een ongeëvenaarde hoogte van 71.668 kilometer. De bezettingsgraad van de touringcars is verder opgelopen van gemiddeld 46 naar 48 reizigers per touringcar. Daarom ligt het aantal reizigerskilometers met 10,4 miljard in 2018 ook hoger dan in de voorgaande 10 jaren.
Theo Vegter, voorzitter van Busvervoer Nederland is verheugd over de bevindingen van Panteia: “Klanten doen de voordelen van reizen per touringcar weer eer aan. Niet alleen ligt de standaard prijs voor touringcarvervoer beduidend lager dan voor een reis per vliegtuig of trein, ook voor de milieubewuste reizigers zijn touringcars gewenst. De uitstoot van CO2 per reizigerskilometer van een touringcar ligt namelijk lager dan die van de trein, auto en vliegtuig.” Vegter vervolgt: “Naast duurzaam is de touringcar ook een van de veiligste manieren om te reizen. Bij vervoer in een touringcar vinden per afgelegde kilometer veel minder ongevallen met dodelijke afloop plaats dan bij vervoer per auto.”