In strijd tegen financiële gevolgen Corona factureren zorgvervoerondernemers deels niet-gereden ritten

Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV), de landelijke brancheorganisaties voor ondernemers in het zorg- en taxivervoer, luidt de noodklok. Als gemeenten, zorginstellingen en ziektekostenverzekeraars door Corona naar rato hun vergoedingen terugbrengen, komt het voortbestaan van de gehele zorgvervoersector in het geding.  “Onze leden vervoeren uiterst kwetsbare groepen mensen, denk aan ouderen, mensen met een beperking of patiënten van en naar afspraken in ziekenhuizen of instellingen. Het blijft in sommige gevallen nodig om deze mensen te vervoeren, bijvoorbeeld naar levensreddende behandelingen in ziekenhuizen, maar in alle andere gevallen besluiten de meeste gebruikers van het zorgvervoer om na de adviezen van gisteren van het kabinet, thuis te blijven. Door die extra maatregelen van het kabinet loopt het aantal zorgvervoerritten enorm terug, met vele tientallen procenten”, zegt KNV-voorzitter Bertho Eckhardt. “Om die reden worden de uitgevallen ritten toch deels gefactureerd.”

In vervoerscontracten die gemeenten, zorginstellingen en ziektekostenverzekeraars afsluiten met vervoerders is contractueel meestal afgesproken dat wordt betaald voor het daadwerkelijk verrichte vervoer. Dat betekent omgekeerd ‘geen vervoer, geen betaling’. De zorgvervoerders zijn van mening dat in deze buitengewone situatie een beroep moet worden gedaan op overmacht (force majeur). Het gaat hier om een niet voorzienbaar risico en een beroep op het overmachtsbeginsel leidt ertoe dat opdrachtgevers de zorgvervoerritten die zijn weggevallen volledig moeten betalen.

80-20 maatregel toepassen noodzakelijk
“Het lijkt ons niet meer dan redelijk en billijk dat daar waar ritten door deze onvoorziene Corona-situatie uitvallen, deze tegen in ieder geval 80% van het normale tarief aan de opdrachtgevers worden gefactureerd”, zegt Eckhardt. “De vervoerders zetten alles op alles om de andere 20% aan kosten te besparen.  We gaan een onafhankelijk bureau inschakelen om deze percentages zo snel als mogelijk is te objectiveren.” Zorgvervoer dat wèl door kan gaan, wordt tegen de normale tarieven gefactureerd, waarbij opdrachtgevers er rekening mee moeten houden dat vervoerders hierbij van normale omstandigheden uitgaan.

Bedrijven met werknemers, die worden geraakt door het verminderde vervoersvolume, kunnen een beroep doen op de Regeling voor werktijdverkorting. “Dat gaan onze leden ook zeker massaal doen verwacht ik” zegt Eckhardt. “Als dat slaagt en tot compensatie van kosten leidt, zullen onze leden dit uiteraard op transparante en verifieerbare wijze verrekenen met de betalingen die zij van hun opdrachtgevers hebben gekregen”.

Met het beroep op overmacht en de medewerking van alle opdrachtgevers,  hoopt KNV dat de zorgvervoersector het de komende weken/maanden kan volhouden. Zodat, als de coronacrisis eenmaal voorbij is, de honderdduizenden mensen die dagelijks gebruik maken van het zorgvervoer ook dan nog vervoerd kunnen worden.

Achtergrond
Het zorg- en taxivervoer in Nederland bestaat voor ongeveer 75% uit vervoer in het kader van speciale voorzieningen: leerlingenvervoer (voor kinderen met een beperking of een bepaalde geloofsovertuiging van en naar een specifieke school), ziekenvervoer (rolstoelgebruikers, blinden en slechtzienden, nierpatiënten en mensen die een behandeling tegen een carcinoom ondergaan) van en naar ziekenhuizen (via de zorgverzekeraars), Valysvervoer (bovenregionaal vervoer t.b.v. ouderen en gehandicapten), Wlz vervoer (voorheen AWBZ), vervoer van ouderen en patiënten van en naar instellingen, WSW/Wia (vervoer van en naar werkinstellingen of in het kader van scholing t.b.v. werk) en Regiotaxi (daar waar geen vaste OV bus meer rijdt, rijdt een vraagafhankelijk systeem). Ook het vervoer van huisartsen van en naar patiënten valt onder het zorgvervoer. Of mensen die liggend vervoerd worden middels een ligtaxi.

In het zorgvervoer zijn vooral publieke opdrachtgevers. Veelal wordt dat vervoer gegund via (Europese) aanbestedingen.

Iedere week worden in Nederland meer dan een miljoen passagiers door zo’n 30.000 werknemers en 8.000 zelfstandigen naar hun bestemming gebracht. De totale omzet van de sector bedraagt naar schatting 1 miljard euro per jaar.